U bent hier
Schepen Çaglar en Hells Angels – lokale contacten, sport en openbare werken
Mijnheer de burgemeester,
Op donderdag 12 april kwam tweede schepen Ali Çaglar in de pers. Uit de verklaring van uw schepen kunnen we vaststellen dat het Federaal parket hem zowel van valsheid in geschrifte als passieve omkoping verdenkt. De diensten van het parket werden volgens de berichtgeving in de pers getipt door politiespeurders die in het kader van een drugsonderzoek via afgeluisterde telefoongesprekken in de aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 op een ‘heikele financiële situatie’ tussen de voormalige kopman van de Genkse Hells Angels en schepen Çaglar stootten.
In ruil voor wederdiensten, zou er via de Hells Angels-contactpersoon van schepen Çaglar, sponsoring van Hendrik Pals van de bouwfirma Deta-Link bekomen zijn. In eerste instantie was er volgens de berichtgeving sprake van 2500 euro. Een dag later was er in het Nieuwsblad zelfs sprake van 5000 euro.
Schepen Çaglar ontkent iedere strafrechtelijke aansprakelijkheid, maar hij ontkent op geen enkele manier dat hij een samenkomst op poten heeft gezet. Hij benadrukt echter wel dat ‘hij nooit de intentie heeft gehad om welk bedrijf dan ook enig voordeel te verschaffen bij de toewijzing van werken’.
Het was onze aanvankelijke bedoeling om de strafrechtelijke procedure af te wachten.
De inhoud van het artikel uit ‘Het Nieuwsblad’ van vrijdag 13 april, onder de titel “Hells Angel hielp CD&V-boegbeeld aan overwinning” laat echter een structurele samenwerking tussen de schepen en de Hells Angels vermoeden. Meer bepaald de “opvallend veel telefoontjes” en de passage: “Tot grote tevredenheid van de Hells Angel die tegenover zijn kompanen opschepte dat hij vanaf nu alles geregeld zou krijgen van de schepen” roept ernstige politieke vragen op, net zoals de passage “Hoe meer telefoongesprekken de speurders afluisterden, hoe intenser de samenwerking tussen de CD&V-er en de Hells Angels bleek te zijn”.
Daarom, mijnheer de burgemeester, had ik graag antwoord gehad op volgende vragen:
1. Wanneer was u voor het eerst op de hoogte van de ontmoeting die schepen Çaglar op poten had gezet ‘met enkele personen’ van Infrax én eventueel latere ontmoetingen die schepen waar nog niets rond bekend is gemaakt?
2. In welke mate bent u tussengekomen in de opzet van deze ontmoetingen tussen Infrax en de genoemde firma van Hendrik Pals?
3. Kunt u mij vertellen of het bouwbedrijf Deta-Link en haar dochterbedrijf Neces-Infra de afgelopen legislatuur werken in Genk hebben uitgevoerd? Zo ja, graag een onderverdeling per project en prijs (al dan niet afgerond)
4. Was het stadsbestuur op de hoogte van de samenwerking tussen de Hells Angels of de toenmalige voorzitter van de Genkse afdeling en schepen Çaglar, en op welke wijze heeft deze samenwerking zich veruiterlijkt? Was het Stadsbestuur op de hoogte van de eventuele tussenkomst van de heer Muto bij de werking van schepen Çaglar?
5. Zal er door het Stadsbestuur overgegaan worden tot een onderzoek (audit) naar eventuele invloeden van de (voorzitter van) de Genkse afdeling van de Hells Angels in het bestuur van de Stad Genk? Op welke manier zal deze audit gebeuren?
Jos Lantmeeters
Fractieleider N-VA