U bent hier
Laatste rechte lijn in de totaalrestauratie van de steenkoolmijn in Waterschei
Matthias Diependaele, Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, kent 567.903,96 euro toe voor de restauratie van de steenkoolmijn in Waterschei (Genk). “Tijdens deze laatste restauratiefase wordt de schachtbok van de mijn geschilderd. Dit is het orgelpunt na zeven jaar restaureren. Het mijnerfgoed in Limburg zorgt er voor dat de geschiedenis van grondstoffen, technologie, hard labeur, migratie… aanschouwelijk verteld wordt. Het is een stukje van onze identiteit. De mijninfrastructuur en -geschiedenis vormen een wezenlijk onderdeel van deze nieuwe hotspot voor technologie, energie en innovatie”, zegt minister Diependaele.
De stad Genk sloot met de Vlaamse Regering een meerjarenovereenkomst af voor de restauratie van de gebouwen van de mijnsite in Waterschei. Hierdoor kon de stad Genk van 2014 tot 2020 jaarlijks een beroep kan doen op vastgelegde restauratiesubsidies. De totale kostprijs voor de uitvoering van de restauratiewerkzaamheden aan de mijngebouwen werd begroot op ongeveer 23 miljoen euro, waarvoor een erfgoedpremie van 8 miljoen euro gegeven werd.
“Het schilderen van de schachtbok is de zevende en laatste fase in de meerjarenovereenkomst. Vanaf 2014 werden het hoofdgebouw, het ophaalgebouw, het ventilatiegebouw, de passerelle, het schachtgebouw en de machines gerestaureerd”, laat Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele weten.
De voormalige mijnsite van Waterschei wordt door de stad Genk ontwikkeld tot Thor-park. Dit park is een globaal ontwikkelingsproject voor de herbestemming van de voormalige mijnsite tot hotspot voor technologie, energie en innovatie. Het technologiepark zal een oppervlakte van 93 ha hebben. De site wordt ontwikkeld volgens een hoogwaardig kwaliteitsconcept op gebied van architectuur en omgevingsaanleg, met veel aandacht voor duurzaamheid en parkbeheer.
De steenkoolproductie startte in Waterschei in 1924. Het hoofgebouw werd opgetrokken tussen 1920 en 1924. De mijn sloot in 1987. De mijngebouwen zijn sinds 1993 beschermd als monument. De steenkoolterrils werden beschermd als landschap in 1999.